vrijdag 13 april 2018

Misleidende, oorlog hitsende berichtgeving in De Morgen



De berichtgeving in De Morgen van vandaag, 13 april 2018, over de mogelijke escalatie van het conflict in Syrië tot een oorlog met Rusland en in het ergste geval tot een derde wereldoorlog, illustreert uitstekend hoe de traditionele of ‘mainstream’ media (1) de oorlogswaan voeden, (2) selectief en tendentieus over de wereldpolitiek berichten, en (3) de indruk scheppen dat wij als burger (en zij als journalist of redacteur) machteloos moeten slikken wat politici en militairen beslissen. 

De Morgen wijdt vandaag twee volledige pagina’s (p. 3 en 4) aan het thema ‘Oorlog Syrië’:
  1. een commentaar (‘standpunt’) van Maarten Rabaey (‘Zwijgen is geen optie meer’) 
  2. een redactioneel stuk van Stieven Ramdharie (‘Als Trump aanvalt, verliest hij veel fans’),
  3. een kaderstukje van Dieter Bauwens (‘België houdt zich op de vlakte over aanvalsplannen’) ,
  4. een opiniestuk van Jonathan Holslag, ‘docent internationale politiek aan de VUB en aan verschillende defensieacademies’ (‘Wat te verwachten van VS? Groot machtsvertoon, gerichte aanval’),
  5. een infografiek ‘Machtsverhoudingen in en rond Syrië’ (onvolledig en onnauwkeurig, maar dat laat ik hier terzijde),
  6. (en dan nog een dagvers van Stijn De Paepe (‘Syrisch gif’) en een cartoon van zak, die ik in deze opsomming enkel voor de volledigheid vermeld.)
De vier tekstbijdragen (1-4) vallen op door grove fouten, ontoelaatbare weglatingen en tendentieuze informatie. Bovendien schenkt de Morgen-redactie overdreven veel aandacht aan niet ter zake doende of secundaire thema’s en laat ze de kern van de zaak onderbelicht. Die kernvraag luidt: is een aanval op Syrië (ethisch, juridisch, politiek, militair) te verantwoorden? Door daaraan voorbij te gaan, verzaakt De Morgen-redactie schromelijk aan haar journalistieke opdracht: zo objectief en evenwichtig mogelijk op zoek gaan naar en schrijven over de waarheid en door kritische duiding machthebbers ter verantwoording roepen (‘speak truth to power’, zoals dat in het Engels zo mooi heet). 
 
In wat volgt leg ik uit waarom ik vandaag (niet voor het eerst, overigens) zo kwaad werd bij het lezen van De Morgen.

Eén. In zijn commentaarstuk ‘Zwijgen is geen optie meer’ kapittelt Maarten Rabaey de regering en het parlement omdat die te weinig interesse aan de dag leggen voor de mogelijke escalatie van het conflict in Syrië. Volgens Rabaey ‘verkiezen onze verkozenen om langs de zijlijn af te wachten’, terwijl ze net ‘een draaiboek [moeten] hebben voor alle mogelijke scenario’s’ en de bevolking moeten informeren. ‘De hamvraag is: wat wordt nu eigenlijk de concrete Belgische – en in bredere zin, Europese – reactie op de vermoedelijke gifgasaanvallen in Oost-Ghouta?’, aldus nog Rabaey.
Rabaey’s stuk bevat een grove (en gezien het belang van de zaak wat mij betreft onvergeeflijke) fout, en wel in de volgende passage:

“Wat gaan we doen als een westerse aanval zou plaatsvinden maar onbedoeld uit de hand loopt? Als pakweg de Russische luchtafweer een Amerikaans of Brits gevechtsvliegtuig uit de lucht haalt – we hopen uiteraard dat dit niét gebeurt – en Washington of Londen ‘Artikel 5’ van het NAVO-handvest moet inroepen?”

Artikel 5 van het NAVO-handvest bepaalt dat, wanneer een NAVO-land in Europa of in Noord-Amerika aangevallen wordt, deze aanval beschouwd wordt als een aanval op alle NAVO-landen, die dan ook verplicht zijn het aangevallen land bij te staan, eventueel zelfs militair. In artikel 5 staat letterlijk: (1) een aanval en (2) in Europa of in Noord-Amerika! Ligt Syrië volgens de Morgen-redactie soms in Europa? Maar ook: hoe zou er in godsnaam sprake kunnen zijn van een aanval op een NAVO-land wanneer Rusland een Amerikaans vliegtuig zou neerschieten dat een land aanvalt waarvan de regering de militaire hulp van Rusland ingeroepen heeft? Heet zoiets niet eerder verdediging (tegen een NAVO-aanval)? 

Hoe dan ook, wie de moeite neemt om artikel 5 van het NAVO-handvest te lezen, weet meteen dat geen enkel NAVO-land ooit verplicht kan worden tot welke actie ook, wanneer NAVO-troepen of ‑installaties in Syrië door wie ook aangevallen worden. Echter, wie zal ons – als het conflict in Syrië escaleert – daarop wijzen als zelfs onze ‘kwaliteitskranten’ het omgekeerde beweren?

Wat me nog het meest ergert aan dit ‘opiniestuk’ is dit: het blinkt uit door de totale afwezigheid van een eigen… opinie. Het enige wat Maarten Rabaey doet, is de politieke klasse de mantel uitvegen omdat ze nog geen standpunt heeft ingenomen. Tegelijk vermijdt hij zorgvuldig, zelf een standpunt in te nemen, over welk aspect van de kwestie ook. Zelfs over het onderzoek van de OPCW (de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens) in Ghouta neemt Rabaey kundig geen standpunt in. Zoals opinieredacteuren dat de jongste jaren zo graag doen, neemt hij zijn toevlucht tot nietszeggende retorische vragen: ‘Willen wij eerste de resultaten afwachten van het … onderzoek … of steunen we de premisse, op basis van ‘sterke aanwijzingen’, dat Assad militair moet worden gestraft?’ (Hier heb je zelfs twee elkaar uitsluitende retorische vragen: zowat het toppunt van meningloosheid.)

Wat moeten we denken van een redactie die het niet aandurft om zélf (en consequent) een kritisch standpunt tegenover de leugenachtige en oorlogszuchtige politiek van de Verenigde Staten en haar NAVO-partners in te nemen? Een redactie die niet de moed heeft om haar lezers te informeren over de vele aanwijzingen dat de gifgasaanval van vorige week wel eens niet door Assad bevolen kon zijn?  Die het niet aandurft te vermelden dat er in deze vooralsnog geen overtuigend bewijs is voor de schuld van Assad. 

Laat staan dat die redactie haar lezers zou wijzen op het internationaal recht dat, zelfs als de schuld van Assad onomstotelijk vaststond (vooralsnog dus niet het geval), dat zelfs dán alléén de Verenigde Naties (niet Staten, Naties) het recht hebben om desgevallend sancties af te kondigen en te laten uitvoeren. Elke aanvalsoorlog op een soeverein land is volgens het geldende internationaal recht een misdrijf. Met andere woorden: telkens wanneer de VS of het VK of Frankrijk of Israël of Turkije een aanval op Syrië uitvoeren, maken de leiders van die landen zich schuldig aan misdrijven volgens het internationaal recht. Dát zullen we nooit lezen in een commentaarstuk van De Morgen. Neen, liever wijst De Morgen de Belgische politici op hun verantwoordelijkheid om een standpunt in te nemen en de bevolking daarover te informeren. 

Twee. Voor Stieven Ramdharie (‘Als Trump aanvalt, verliest hij veel fans’) gaat het bij Trumps beslissing (oorlog of geen oorlog?) enkel om de vraag, wie president Trump tevreden wil houden: zijn achterban of zijn adviseurs (en onder die adviseurs vooral de aartshavik John Bolton)? De vraag wat ethisch gezien de betere beslissing is, of de vaststelling dat een aanval op Syrië zonder een VN-mandaat een zoveelste overtreding van het internationaal recht zou betekenen, of zelfs maar de afweging van het aantal te verwachten burgerslachtoffers of de mogelijkheid van een oncontroleerbare militaire escalatie: het speelt voor Ramdharie allemaal geen rol bij de beslissing die Trump moet nemen. Neen, volgens Ramdharie “moet hij (Trump) luisteren naar zijn adviseurs, zoals de nieuwe nationale veiligheidsadviseur – en interventionist – John Bolton”. (Interventionist, by the way, is nieuws-nieuwspraak voor oorlogsmisdadiger.) 

Opvallend is ook dat Ramdharie de schijn opwekt dat alleen oerconservatieve Amerikanen tegen een aanval op Syrië zijn (‘… is het nu de beurt aan een deel van rechts Amerika om zich te verzetten tegen een militaire interventie’). Over de enorme linkse vredesbeweging rept hij met geen woord (laat staan over de libertarische).

Als De Morgen-redactie dan toch de invloeden op Trump wil uitspitten, kan ze zich misschien afvragen:
  • of het toeval is dat net nu McMaster en Tillerson de laan uit gestuurd werden en vervangen werden door de haviken (‘interventionisten’) Pompeo en Bolton;
  • of het toeval is dat Trump nog vorige week tweette dat hij de Amerikaanse troepen uit Syrië wou terugtrekken (herlees die zin eens: die tweet is nog maar een goeie week oud);
  • of het toeval is dat net nu het FBI een huiszoeking deed bij Trumps advocaat in verband met een seks-schandaal. 
  • of het toeval is dat Frankrijk nog geen twee weken geleden troepen in Syrië stationeerde (die, zo blijkt nu, meteen goed van pas zullen komen); 
  • of het toeval is dat Rusland de voorbije weken verscheidene malen waarschuwde voor de geplande inzet van chemische wapens in Syrië door rebellen (die zo een buitenlandse interventie hopen af te dwingen).
Drie. Dieter Bauwens haalt dan weer het aaibare nieuwspraak-koosnaampje ‘coalition of the willing’ uit de kast (terwijl  ‘vereende doodseskaders’ de waarheid veel beter zou benaderen). Hij laat de kans liggen om aan de lezer uit te leggen waarom Duitsland beslist heeft om niet mee te doen aan een eventuele aanval op Syrië. 

Vier. Het stuk van Jonathan Holslag, ten slotte, is de papieren tegenhanger van de cynische en mensonterende technisch-wapenkundige studiocommentaren van generaals-op-rust zoals we die sinds de jaren 1990 op CNN (en ook op de VRT) moeten ondergaan: alsof het niet over oorlog maar over een wereldcup voetbal of een Formule 1-wedstrijd gaat, serveert studiogast-van-dienst Holslag ons de technische mogelijkheden van het Amerikaanse/NAVO-leger in vergelijking met die van de Russen. En ja hoor: de Russen maken geen kans, want ze hebben van alles veel minder. Toch belooft het een spannende match strijd te worden, beste lezer, mede dank zij het sappige commentaar van onze deskundige gast J.H. (die vreemd genoeg lijkt te denken dat er in deze strijd maar twee partijen het vermelden waard zijn).

Over de rampspoed die een grootschalige oorlog in Syrië over de Syrische bevolking zou afroepen, over de gekende catastrofale gevolgen van de Amerikaanse vernietigingsoorlogen in Irak en Libië (en over de leugens waarmee die interventies aan het westerse publiek ‘verkocht’ werden) of over het gevaar van een mogelijk ongeziene escalatie van het conflict (regionaal of mondiaal): daarover geen woord uit de pen van deze man die zijn brood verdient aan ‘verschillende defensieacademies’ (nieuwspraak voor oorlogsscholen). 

Voor mij staat buiten kijf dat een grootscheepse aanval van de VS/NAVO op Syrië, omwille van het gevaar van een oncontroleerbare escalatie, totaal onverantwoord is. Maar welke krantenredactie durft het aan dat standpunt consequent in te nemen en zich op te werpen als een spreekbuis voor vrede? Dieter Bauwens, Maarten Rabaey, Jonathan Holslag en Stieven Ramdharie en de Morgen-redactie lieten de kans liggen om de lezer te informeren over de geldigheid en het nut van het internationaal recht. Ze lieten de kans liggen om onze politici op te roepen tot bezinning en een vreedzame oplossing, om de burgers aan te zetten tot politieke actie. En ze lieten de kans liggen om de vraag te stellen of de westerse verontwaardiging over enkele tientallen (vermeende) Arabische gasdoden wel geloofwaardig is als we even terugdenken aan de honderdduizenden door Amerikaanse en NAVO-bommen gedode onschuldige Irakezen en de tienduizenden gedode onschuldige Libiërs, Syriërs, Jemenieten, Afghanen. Wie gelooft in alle ernst dat Trump, Macron en de Boltons van deze wereld ook maar één seconde wakker liggen van een vijftigtal gedode Arabieren? Welke belangen zijn dan wél doorslaggevend in dit conflict? Waarom spit De Morgen dat niet uit?